1. Tien terpen

In de Wouden wonen de Wâldpyken, dat weet je natuurlijk allang. Maar weet je ook dat er in Dantumadeel vroeger tien terpen geweest zijn, dat de zee vroeger twee keer per dag een heel stuk van onze gemeente overspoelde en dat de zeedijk in Dantumadeel lag? Nee...? Laten we dan maar eens bij het begin beginnen.

 

 

De eerste mensen in Dantumadeel wonen langs de weg van Driesum naar Rinsumageest. Wanneer je van Rinsumageest naar Driesum fietst en je kijkt goed naar de hoogten van de weilanden, dan kun je zien dat sommige weilanden hoger liggen dan andere. De hoogste stukken liggen 2,5 meter boven het zeeniveau. Dit gebied ligt op een zandrug, een 'hale' (hoger gelegen zandgrond). In de tijd dat Friesland nog geen zeedijken heeft, komt de zee daar niet aan toe.

 

 

Vanaf de Lauwerszee stroomt, door eb en vloed, twee keer per dag zout zeewater tot ver voorbij Dokkum. In dat zeewater zit een beetje slib en dat bezinkt wanneer het water bij vloed even tot stilstand komt.  Zo ontstaan er hier en daar wat hogere gebieden. Sommige hogere stukken vruchtbare zeeklei overstromen nog maar een paar keer per jaar.

 

 

 

Wanneer je nu van Damwoude naar Dokkum fietst, dan kun je halverwege rechts afslaan naar de Kooilaan. In de terpentijd komt het zeewater hier aan toe. Ten noorden van de lijn Driesum - Rinsumageest ligt zeeklei en ten zuiden ervan zand en veen. Op de hoger gelegen halen leven de eerste bewoners van onze streek. Zo ongeveer in 500 voor Chr. gaan deze Friezen ook op de vruchtbare klei wonen. Bij een picknickplaats aan de Kooilaan stond jarenlang een bord met een tekst over de grens van klei en wouden. Het bord is nu verdwenen maar hieronder kun je de tekst nog lezen. 

 

We staan hier op de grens van Klei en Wouden van het open vlakke weide- en akkerbouwgebied van 'de Klaai' en de intiemere 'Wâlden', waar de percelen land vaak zijn omzoomd door rijen elzen en soms door een hoge houtwal. Die grens loopt van Kollum, zuid van Dokkum en oost van Leeuwarden naar het merengebied (laagveen) dat verder de scheiding vormt. 'Klaai en 'Wâlden' verschillen niet alleen in landschap maar ook in geaardheid en taal. Vroeger was de Klei het rijkst maar dat is na de tweede wereldoorlog grondig veranderd.

 Een bord met deze tekst stond aan de Kooilaan (de weg van Wouterswoude naar Dokkum).

 

Tot 1000 na Chr. is Friesland niet bedijkt. Het zeewater voert elke dag zand en kleideeltjes mee. Door het bezinken van die kleideeltjes komt het gebied langs de Waddenzee steeds hoger te liggen. Voor de mensen die op de hogere zandgronden van Driesum naar Rinsumageest wonen wordt dit kustgebied steeds interessanter. In de zomer laten ze op de vruchtbare klei hun kudden weiden. Natuurlijk moeten ze bij hoog water de hogere zandgrond weer opzoeken. Uiteindelijk trekken ze niet meer elke dag terug maar blijven er hele tijden wonen.

 

 

In Dantumadeel liggen in de terpentijd tien terpen. Je hebt de Driesumer terp, de terp van het klooster Sionsberg, drie terpen ten noorden van Damwoude, de terp van Klaarkamp, één bij Sijbrandahuis, één bij Janum en nog twee bij Birdaard.

 

Zo ongeveer moeten de drie terpen aan de noordkant van Damwoude er uit hebben gezien .

 

Soms is de zee rustig en overstroomt het gebied zelden. Maar er zijn ook perioden dat de zee meer stijgt dan anders. In die perioden maken de mensen een heuvel van kleizoden en mest en bouwen ze daarop hun boerderijen. In latere perioden worden de terpen geregeld verhoogd.

Een terp met maar één boerderij noemen we een huisterp. Hieronder kun je zien dat huisterpen soms uitgroeien tot dorpsterpen.

 

Terpafgravingen

Na het jaar 1000 wordt Friesland bedijkt en zijn de terpen niet meer nodig als bescherming tegen het zeewater. Aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw worden bijna alle terpen in Dantumadeel afgegraven. De terpmodder wordt per schip vervoerd naar gebieden met zandgrond. De vruchtbare grond van de terpen komt goed van pas om de kwaliteit van zand- en veengrond te verbeteren. Van de tien terpen die ooit in Dantumadeel gestaan hebben, zijn er niet veel meer over.

Restant van de terp van Janum

 

Bij de afgravingen worden veel voorwerpen gevonden die ons iets vertellen over het leven op de terpen. Zo weten we, door bijvoorbeeld de vondst van Romeinse munten in de Driesumer terp, dat de Romeinen hier zijn geweest. 

 

Driesum 1895  Een arbeider is bij de Driesumer terp aan het graven. Het is zwaar werk en het zweet staat hem op de rug. Plotseling stoot zijn schep op iets hards. Hij spit er omheen en haalt een kluit metaal omhoog. Hij kijkt wat beter en ontdekt dat het roestige munten zijn. Hij poetst een paar munten schoon aan z'n broek maar ziet niet in dat ze waardevol zijn. Dan komt de slager toevallig voorbij. Hij wil de munten voor ƒ0,25 wel overnemen. Zo wordt de slager eigenaar van 500 Romeinse munten. Hij neemt ze mee naar Dokkum en ontvangt er ƒ40,- voor. In die tijd toch wel vijf weeklonen. Momenteel moeten er nog 95 van die munten in het Fries museum aanwezig zijn. Ook op de drie terpen bij Damwoude worden 50 munten gevonden. De munten dragen afbeeldingen van Romeinse keizers uit 238 tot 259 na Chr.

 

Romeinse munten uit de Driesumer terp (of uit één van de drie terpen bij Damwoude)

 

Hier zie je een foto van de terp van Hogebeintum Je kunt hier heel mooi zien hoe de terpen worden afgegraven. Met karretjes die over een rails naar de schepen lopen wordt de vruchtbare terpmodder vervoerd. Verder zie je dat de terp uit verschillende lagen bestaat. Er zijn in de geschiedenis perioden geweest dat de zee rustig was niet steeg en perioden dat de zee behoorlijk steeg. Wanneer het zeewater tot boven aan de terp kwam, vond men het tijd om de terp weer te verhogen. Dat verhogen gebeurde met de kruiwagen. Deze terp is, zo te zien, wel drie keer verhoogd.

 

De terp van Hogebeintum is 8 m 80 hoog. Het is de hoogste terp van Nederland.

 

 

 

Bij het afgraven van de terp van Klaarkamp komen er verschillende vondsten van het klooster Klaarkamp te voorschijn. Ook zijn er bewijzen dat deze terp al in de Romeinse tijd bestond. 

 

 Urn gevonden in de terp van Klaarkamp

 

Verspreiding terpen

In Nederland zijn 1190 terpen geweest. Friesland heeft er 955 gehad en Groningen 235. Ook in noord Duitsland bevinden zich terpen. In Schleswig-Holstein is momenteel nog een gebied met terpen en zonder zeedijken. Bij hoog water overstroomt daar de hele omgeving. Zo is het vroeger bij ons ook geweest. In 47 na Chr. komt Plinius, een Romeinse geschiedschrijver, hier en hij schrijft het volgende over ons gebied op:

 

'Tweemaal per dag overstroomt de oceaan een groot deel van hun gebied, zodat het niet goed uit te maken is of dit land tot de zee of tot het land gerekend moet worden. Daar probeert een armzalig volk in leven te blijven door huizen te bouwen op steile heuveltjes. Die heuveltjes zijn met handkracht opgeworpen tot een hoogte die net boven de hoogste vloed uitsteekt. Bij vloed lijken zij schipbreukelingen Zij leven van vis die zij met netten in het slijk vangen. Zij verwarmen hun verkleumde leden door modder te verbranden, die zij meer door de wind dan door de zon hebben hebben laten drogen. Zij drinken niets dan regenwater, dat zij in een kuil voor hun woning bewaren.'

Plinius, 47 na Chr.

 

Zeedijken

´De nich wil diken mot wiken´ (wie niet wil bedijken moet wijken voor de zee), zegt een Oostfries spreekwoord. Na het jaar duizend wordt Friesland bedijkt en die zeedijk loopt dus door Dantumadeel. Kijk maar eens naar het kaartje dat hieronder staat. Hierop zie je met een rode lijn de zeedijken rond het jaar 1200 . Vanaf de Lauwerszee loopt een lange zeearm tot voorbij Dokkum. Die zeearm vormt de noordgrens van Dantumadeel.

 

 

Wanneer je op de fiets van Dokkum langs het Dokkumerdiep naar het oosten fietst, dan zie je aan beide kanten van het Dokkumerdiep nog stukken van die oude zeedijk liggen.

 

Oude zeedijk langs het Dokkumer Diep

 

Deze stukken zeedijk behoren tot de oudste dijken van Friesland.

 

 

De eerste zeedijken in Friesland worden aangelegd in Westergo, het deel van Friesland ten westen van Leeuwarden. Daar bedijken ze polder voor polder. Dantumadeel ligt in Oostergo, dat wordt in één keer bedijkt.

 

 

De aanleg van de zeedijk begint bij Kollum en gaat langs de zeearm van het Dokkumerdiep tot aan Sijbrandahuis. Vervolgens wordt langs de noordkant van het Dokkumerdiep een zeedijk aangelegd en die gaat verder om de noordkant van Oostergo heen.

 

 

In het jaar 1729 worden bij Dokkumer Nieuwe Zijlen de nieuwe sluizen van Dokkum gebouwd. Dan stroomt er geen zout water meer het Dokkumerdiep in, en is wat Dantumadeel betreft de strijd tegen het zeewater voorbij.

 

Hieronder zie je nog een paar vondsten uit de terpen.

 

 

Deze munten komen uit de terp van Klaarkamp. Het zijn munten uit de 14e eeuw. Je kunt ze zien in het Admiraliteitshuis in Dokkum.

 

 

Deze voorwerpen zijn gemaakt van bot en gevonden in de terpen. Waar werden ze voor gebruikt? Deze foto en de foto's die hieronder staan, zijn van het Fries Museum.

 

 

 

 

Gevonden in de terp van Hogebeintum.

 

Gouden fibula gevonden in de terp van Wijnaldum.

'Daar probeert een armzalig volk in leven te blijven', schrijft de Romein Plinius over de Friezen. Hij noemt hen een armzalig volk. Je kunt je afvragen of hij daar wel helemaal gelijk aan had. Hiernaast zie je het pronkstuk van de expositie over de terpentijd in het Fries Museum: een gouden fibula (mantelspeld) gevonden in de terp van Wijnaldum. Het is niet bekend welke Fries dit mooie cadeau aan zijn vrouw gaf. Maar armzalig kun je hem moeilijk noemen.

Tekst en foto's Dirk Corporaal 2007.

startpagina

Een hele mooie site over terpen is:www.superterpen.nl gemaakt door het Fries Museum.

 

  Hiernaast zie je een filmpje van school-tv. Het gaat over het leven van de eerste boeren in Nederland. Ook in Dantumadeel leefden de eerste boeren op deze manier.

 

Tekst en foto's: Dirk Corporaal

 

We hebben 3 gasten en geen leden online

schierstins.jpg
friesmuseum.jpg