1.3 Geen vaste woonplaats

Invuloefening

Vul de gaten in. Druk dan op "Check" om jouw antwoorden te controleren.
Noord-Europa was tot ongeveer 10 000 v.C. bedekt met ijs. Toen het klimaat veranderde, eindigde de . Het ijs smolt en er ontstonden toendra’s. In Midden- en Zuid-Europa waren grote bossen.
Jager-verzamelaars leefden als in groepen van 20 tot 30 personen. Hun middel van bestaan was jagen, vissen en . In de natuur vonden ze genoeg voedsel om van te leven.
Jager-verzamelaars hadden bezit en maakten hun spullen zelf van materiaal uit de natuur. Onze kennis van jager-verzamelaars komt voor een deel van de .

bezit =
= als iets niet of nauwelijks verandert
gevolg = wat uit iets volgt
ijstijd = zeer koude tijd
jager-verzamelaar = nomade die leeft van jagen en voedsel verzamelen
middel van bestaan = manier om aan te komen
nomade = persoon zonder vaste woonplaats
= waardoor iets gebeurt