4.4 Democratie in Nederland

Democratie betekent?
1. volksregering
2. het recht van de sterke
3. absolutisme
4. je mag stemmen op één partij
Na 1848 werd Nederland een constitutionele monarchie. Wat betekent dat?
1. wij hebben een vorst en die beslist
2. wij hebben een vorst maar die moet zich houden aan de grondwet
3. de koning of de koningin moet komen uit de familie van Oranje Nassau.
Wie is de grondlegger (maker) van de grondwet die we in grote lijnen nu nog hebben?
1. Thorbecke
2. Willem I
3. Troelstra
4. Abraham Kuyper
In 1848 stemt koning Willem II in met een nieuwe grondwet. In 1844 was hij daar nog fel op tegen. Waarom stemt hij daar in 1848 mee in?
1. De koning zag in dat het veel eerlijker is om de macht aan het volk te geven
2. In 1848 waren er overal in Europa opstanden tegen de macht van de koningen. Ook in Amsterdam waren al relletjes. De koning was bang om afgezet te worden en stemde in met een nieuwe grondwet.
3. Thorbecke had een voorstel voor een nieuwe grondwet gemaakt en daar was de koning direkt een groot voorstander van.
Van wie is de uitspraak: "Ik ben in 24 uur van conservatief (behoudend) liberaal geworden".
1. Thorbecke
2. koning Willem II toen hij bang was om afgezet te worden
3. Karl Marx
4. Abraham Kuyper
Welke 4 zinnen over de grondwet van 1848 zijn juist:
1. het parlement (de burgers) keurt voortaan de wetten goed
2. de macht van de koning wordt veel kleiner
3. de macht van de koning wordt uitgebreid
4. de regering mag alleen geld uitgeven na toestemming van de 1e en 2e kamer
5. de burgers kiezen voortaan de 2e kamer
6. de koning benoemt de leden van de eerste kamer
Tot aan 1919 was er in Nederland een kiesrechtstrijd. Hoe dachten de liberalen in 1900 over het kiesrecht?
1. alleen de welvarende burgers mogen stemmen
2. alleen het gezinshoofd mag stemmen
3. alle mannen en vrouwen mogen stemmen
4. alleen de vrouwen mogen stemmen
Tot aan 1919 was er in Nederland een kiesrechtstrijd. Hoe dachten de socialisten in 1900 over het kiesrecht?
1. alleen de welvarende burgers mogen stemmen
2. alleen het gezinshoofd mag stemmen
3. alle mannen en vrouwen mogen stemmen
4. alleen de vrouwen mogen stemmen
In Nederland worden de wetten goedgekeurd door de Staten-Generaal. Ander woorden voor Staten-Generaal zijn: (kruis de 3 juiste antwoorden aan)
1. de eerste en tweede kamer
2. het parlement
3. de volksvergadering
4. de ministerraad
5. het kabinet
Welke 2 groepen waren in 1900 voor algemeen kiesrecht?
1. de liberalen
2. de confessionelen
3. de feministen
4. de socialisten
Wie werd in 1813 vorst van Nederland en in 1815 koning van Nederland, België en Luxemburg?
1. Lodewijk Napoleon
2. Willem I
3. Willem II
4. stadhouder Willem V
Welke kritiek hadden de Belgen in 1830 op koning Willem I ? Kruis de 2 juiste zinnen aan.
1. Ze vonden dat hij een slappeling was.
2. Ze vonden dat hij te veel alleen regeerde.
3. Ze vonden dat hij Nederland voortrok.
4. Ze vonden dat hij België voortrok.
In de grondwet van 1848 staan onze klassieke grondrechten. Welke 3 zijn juist.
1. iedereen heeft recht op een uitkering
2. iedereen heeft het recht op godsdienstvrijheid
3. iedereen heeft het recht om te mogen vergaderen
4. iedereen heeft het recht op vrije meningsuiting
5. iedereen heeft recht op goed onderwijs
Zo vaak als ik kon bezocht ik vergaderingen waar politieke en economische onderwerpen besproken werden. Lange tijd was ik dan de enige vrouw die aanwezig was. Bij de discussie stelde ik soms de vraag of onder het algemeen kiesrecht waarvoor men streed, men ook het kiesrecht van vrouwen rekende. De heren namen de vraag niet eens serieus. Meestal werd er om mijn vraag gelachen en als de spreker de vragenstellers beantwoordde werd mijn vraag met een grapje afgescheept. Wie schreef dit?
1. Aletta Jacobs
2. Anna Maria Schuurman
3. koningin Wilhelmina
Tot aan 1919 was er in Nederland een kiesrechtstrijd. Hoe dachten de feministen in 1900 over het kiesrecht?
1. alleen de welvarende burgers mogen stemmen
2. alleen het gezinshoofd mag stemmen
3. alle mannen en vrouwen mogen stemmen
4. alleen de vrouwen mogen stemmen