1.1 Een nieuwe tijd
1.1 Een nieuwe tijd
1.1 Een nieuwe tijd

Invuloefening

In de was de cultuur van Grieken en heel belangrijk. Zij geloofden dat de mens veel kon bereiken door zijn te gebruiken. Dat lieten ze zien in de wetenschap en in de kunst. In de stond de mens zelf niet langer centraal. Mensen geloofden dat God hun leven bepaalde, en waren veel bezig met het leven na de . Dat veranderde na 1400. Onder de rijke burgers in de Italiaanse steden ontstond een andere mentaliteit: het leven in het hier en nu werd belangrijker dan het leven na de dood. Deze levenshouding herkenden ze in het werk van de en Romeinen. Er ontstond meer belangstelling voor de oudheid. Kunstenaars en architecten namen de klassieke kunst als voorbeeld. Humanistische geleerden bestudeerden de klassieke teksten. Ze vonden dat de mens zelf centraal moest staan, en zich moest ontwikkelen. Vanaf het begin van de 16e eeuw verspreidde de zich over de rest van Europa. De Nederlander was een belangrijke humanist.