Alle vragen over hoofdstuk 3 Pruiken en revoluties

Selecteer het antwoord dat je het meest correct lijkt en/of vul in.

Welke 2 standen hadden de meeste voorrechten?
1. geestelijkheid
2. adel
3. boeren en burgers
Welke stand profiteerde het meest van de toegenomen handel?
1. de eerst stand
2. de tweede stand
3. de derde stand
Tot welke stand behoorde de geestelijkheid
1. eerste
2. tweede
3. derde
Lees deze tekst uit 1693.
Toen kwam een lakei de Dame vertellen, dat de Jongeheer Thibault haar wilde spreken. Goed, zei de Dame, maar voor ik hem laat binnenkomen wil ik eerst even zeggen wie de heer Thibault is. Hij is de zoon van een Parijse burger, een vriend van mij. Een van die rijke mensen voor wie het voor mensen van onze stand soms nuttig is bevriend te zijn: om geld te lenen. Die zoon is een jongen die gestudeerd heeft om later ambtenaar te worden. Nu zal hij echter eerst moeten afleren zich zo onfatsoenlijk te gedragen en te spreken. Kies het begrip dat het beste bij deze tekst past.
1. de verlichting
2. verdraagzaamheid
3. standenmaatschappij
In de 18e eeuw waren de meeste Europese landen standensamenlevingen. Welk land was een uitzondering?
1. Frankrijk
2. Engeland
3. Nederland
4. Spanje
Wat past bij het begrip Verlichting? Kruis twee antwoorden aan.
1. absolutisme
2. wetenschap
3. je verstand gebruiken
4. standenmaatschappij
Welke zin is juist?
1. Een atheïst zegt er is een God
2. Een atheïst zegt er is geen God
Welke zin is juist?
1. De rijke mensen betalen de meeste belasting in Frankrijk.
2. De arme mensen betalen de meeste belasting in Frankrijk.
Volgens welke denker over de politiek moest de macht van de staat verdeeld worden in een wetgevende, een uitvoerende en een rechterlijke macht?
1. Voltaire
2. Montesquieu
3. Lodewijk XVI
Wat betekent: trias politica?
1. de koning is de baas
2. de driedeling van de macht
3. de regenten besturen een land
Hoe noemen we een maatschappij waarbij de bevolking verdeeld is in drie groepen: geestelijkheid, adel en burgers.
Hoe noemen we een land waarin iedereen, dus ook de overheid, zich aan de wet moet houden?
Wat waren oorzaken van de Franse revolutie?
1. De derde stand moest de schatkist vullen, terwijl de eerste en tweede stand bijna niets betaalden
2. De adel en de geestelijkheid betaalden teveel belasting.
3. De boeren en burgers hadden wel alle plichten maar geen voorrechten.
4. De adel en de geestelijkheid hadden wel alle plichten maar geen voorrechten.
De meeste boeren in Frankrijk waren straatarm. Kruis aan welke drie plichten de meeste boeren hadden.
1. belasting betalen aan de koning
2. pacht betalen aan de adel of kerk
3. tienden aan de kerk betalen
4. de koning advies geven
5. dienstplicht
Waarom riep Lodewijk XVI in 1789 de Staten-Generaal bijelkaar?
1. De schatkist van Frankrijk was leeg.
2. De koning kende de klachten van de boeren en burgers en wou daar verbetering in aanbrengen.
3. De koning vond het tijd om voor de leden van de Staten-Generaal een feest in Versailles te organiseren.
Waarom gaat de derde stand naar de kaatsbaan in Parijs om daar te vergaderen. Kruis de juiste zinnen aan.
1. De derde stand wilde per hoofd stemmen en niet per stand zoals de koning wilde.
2. De koning sluit de vergaderzaal van de derde stand en daarom gaat de derde stand gaat naar Parijs.
3. De adel en de geestelijkheid wilden niet apart vergaderen en daarom gaan ze met de derde stand naar de kaatsbaan.
4. De derde stand was met 1200 leden en zo'n grote groep paste alleen maar in de kaatsbaan.
Wat beloven de leden van de derde stand met hun eed van de kaatsbaan?
1. Wij beloven niet uit elkaar te gaan voordat Frankrijk een grondwet heeft
2. Wij beloven niet uit elkaar te gaan voordat het probleem van de lege schatkist opgelost is.
3. Wij beloven niet uit elkaar te gaan voordat Frankrijk een republiek is.
Quatorze Juillet (in het Nederlands: veertiende juli) is in Frankrijk de jaarlijkse nationale feestdag (14 juli). Wat wordt er op deze dag gevierd?
1. Op deze dag wordt de bestorming van de Bastille-gevangenis gevierd, waarmee in 1789 de Franse revolutie begon.
2. Op deze dag wordt met veel vuurwerk het einde van het koningschap van Lodewijk XVI gevierd.
3. Op deze dag wordt het invoeren van de nieuwe rood-wit-blauwe vlag gevierd en het nieuwe volkslied.
Hieronder staan enige rechten uit de verklaring van de Rechten van de Mens. Kruis de juiste 5 zinnen aan.
1. De mensen zijn vrij en hebben dezelfde rechten
2. De macht berust bij het volk.
3. Vrijheid is dat je alles mag doen waar een ander geen last van heeft.
4. Wetten worden gemaakt door het volk.
5. Je mag alleen gearresteerd worden als je iets gedaan hebt dat volgens de wet niet mag.
6. De wetten mogen niets verbieden.
7. De wetten worden gemaakt door het volk maar de kerk moet ze goedkeuren.
Wat is de juiste volgorde?
1. 1. In 1791 krijgt Frankrijk een grondwet.
  2. Frankrijk wordt een constitutionele monarchie.
  3. Frankrijk wordt een republiek
2. 1. Frankrijk wordt een constitutionele monarchie.
  2. Frankrijk wordt een republiek
  3. In 1791 krijgt Frankrijk een grondwet.
3. 1. Frankrijk wordt een republiek
  2. In 1791 krijgt Frankrijk een grondwet.
  3. Frankrijk wordt een constitutionele monarchie.
Na de dood van Ledewijk de XVI komt een groep radicale revolutionairen aan de macht. Hoe noemen we hun bestuur waarbij wel 40.000 mensen werden gedood?
In 1799 komt er een door een staatsgreep een einde aan de Franse revolutie en wordt Frankrijk een keizerrijk. Wie pleegde die staatsgreep en werd keizer van Frankrijk?.
In welk jaar brak de Franse revolutie uit?
Wat is een grondwet?
1. Een boekje waar de belangrijkste rechten en plichten van een volk in staan.
2. Een boekje waar de belangrijkste rechten en plichten van de adel en de geestelijkheid in staan.
In 1791 werd Frankrijk een constitutionele monarchie. Wat houdt dat voor de koning in?
1. De koning raakt veel macht kwijt en moet zich voortaan aan de grondwet houden.
2. De koning schrijft de grondwet en daar moeten de drie standen zich aan houden.
3. De koning moet vluchten naar Oostenrijk.
4. De koning raakt al zijn rechten kwijt en wordt afgezet.
Wat is een guillotine?
1. een valbijl
2. een scheerapparaat
Joan Derk van der Capellen schreef een pamflet dat in 1781 op veel plaatsen op straat lag. Hoe heette dat pamflet?
1. Aan het volk van Nederland
2. Aan stadhouder Willem V
3. Aan de patriotten van de republiek der 7 verenigde Nederlanden.
Hoe noemen we de Nederlanders die de idealen van de Franse revolutie in Nederland in wilden voeren?
Na 1781 ontstaat er in Nederland een patriottenbeweging. Welke drie zinnen horen daarbij?
1. De patriotten komen in verzet tegen de regenten en de stadhouder
2. De patriotten bewapenen zich.
3. Willem V vlucht naar Nijmegen
4. De patriotten vragen hulp aan de koning van Pruisen.
Kruis aan welke 2 gebeurtenissen bij het jaar 1787 in Nederland horen.
1. Wilhelmina wil terug naar Den Haag maar ze wordt tegengehouden bij Goejanverwellesluis. Ze is kwaad en vraagt haar broer om hulp.
2. Een Pruisisch leger verslaat de patriotten en die vluchten naar Frankrijk.
3. Willem V vlucht naar Engeland.
4. Joan Derk van der Capellen maakt bekend dat hij de schrijver van het pamflet is.
In Frankrijk begint in 1789 de Franse revolutie. Hoe noemen we de veranderingen die de patriotten na 1795 in Nederland invoeren?
Welk 3 gebeurtenissen horen bij het jaar 1795
1. De patriotten komen samen met een Frans leger naar Nederland om hier de Bataafse revolutie in te voeren.
2. Willem V vlucht naar Engeland.
3. In veel plaatsen danst de bevolkingom de vrijheidsboom.
4. Na een hevig verzet moest Nederland zich overgeven aan de Fransen.
Hoe is de naam van Nederland van 1795 tot 1806?
1. Republiek der 7 verenigde Nederlanden
2. De Bataafse Republiek
3. Het koninkrijk Holland
4. Het koninkrijk der Nederlanden.
Hoe is de naam van Nederland van 1806 tot 1811?
1. Republiek der 7 verenigde Nederlanden
2. De Bataafse Republiek
3. Het koninkrijk Holland
4. Het koninkrijk der Nederlanden.
Wat verandert er in Nederland in de Franse tijd? Kruis de 4 juiste zinnen aan.
1. Nederland is geen vereniging meer van zeven landjes maar wordt een eenheidsstaat.
2. De Franse maten en gewichten worden ingevoerd.
3. Alle Nederlanders krijgen een achternaam.
4. In heel nederland wordt de Franse taal verplicht.
5. De Burgerlijke Stand wordt ingevoerd.
6. De schepen van de VOC moeten voortaan met een Franse vlag varen.
Wat waren in de 18e eeuw patriotten?
1. Burgers die fel tegen de Franse revolutie waren.
2. Burgers die zeiden dat ze voor de belangen van het land opkwamen.
3. Burgers die tegen vrije handel waren en de havens gesloten wilden houden.
Wat zijn feiten (en dus geen meningen)? Kies er twee.
1. Het was een groot geluk dat de koning van Pruisen de stadhouder te hulp kwam.
2. De patriotten hadden zonder hulp van Frankrijk ook wel kunnen winnen van de stadhouder.
3. In 1795 viel een Frans leger de republiek binnen.
4. Joan Derk van der Capellen schreef het pamflet Aan het volk van Nederland.
Wat waren de ideeën van patriotten? Kruis er twee aan.
1. Burgers moeten meer te vertellen krijgen in het bestuur van het land.
2. Het land kan het beste geregeerd worden door de regenten en de stadhouder.
3. De koning van Pruisen moet het land te hulp komen.
4. De stadhouder heeft de burgers hun vrijheid afgenomen en het volk onderdrukt.
Wanneer was de Franse tijd in Nederland?
1. 1795 – 1813
2. 1748 - 1795
3. 1813-1815
Een ooggetuige zag Franse soldaten in Amsterdam.
’s Morgens om half tien zag ik dat de Franse soldaten een naar Frankrijk gevluchte Hollander als leider hadden, de advocaat Hessen. Ze kwamen binnen door de Utrechtse poort, trokken langs de Kalverstraat naar de Dam en gingen naar het Stadhuis. Het Comité Revolutionair ging naar het stadhuis. De regering werd veranderd. Het was vreemd burgers achter de vensters van het stadhuis te zien. In welk jaar vond dit plaats?
1. 1795
2. 1781
3. 1806
4. 1813
Hoe heette New York voor 1664?
De kolonisten zeggen in 1775: ‘No taxation without representation’. Wat bedoelen ze daarmee?
1. Wij willen minder belasting betalen.
2. Geen belasting zonder vertegenwoordiging.
3. Wij willen geen nieuwe belastingen betalen.
In welk jaar komen de 13 kolonies in opstand tegen Engeland.
Wat bedoelen we met de Boston Teaparty? Kies 2 antwoorden.
1. Blanken verkleed als Indianen gooien Engelse thee in de haven
2. Hiermee demonstreren de kolonisten tegen een nieuwe wet waarbij de kolonisten belasting op thee moeten betalen.
3. Dit is een feestje in Boston aan het eind van de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog tegen Engeland.
4. Dit is de eerste keer dat Indianen leren om thee te drinken.
De 'Fourth of July'is in de VS een nationale feestdag. Wat vieren ze op die dag?
1. Dat op 4 juli 1776 (Fourth of July) de 13 koloniën de onafhankelijkheidsverklaring tekenen.
2. Op 4 juli 1776 (Fourth of July) verlaten de laatste Britten Amerika.
3. Op 4 juli 1776 (Fourth of July) krijgt de VS een nieuwe grondwet.
De oudste democratische grondwet ter wereld wordt in de VS opgesteld. Welke zinnen staan daar in? Kruis 3 zinnen aan.
1. Alle mensen zijn als gelijken geschapen
2. De mensen hebben van hun schepper rechten gekregen die niemand ze af kan pakken; daartoe be-horen vrijheid en het nastreven van geluk.
3. De regering moet deze rechten beschermen.
4. Alle blanken zijn als gelijken geschapen
5. De doodstraf wordt afgeschaft.
6. Het dragen van een wapen is verboden.
De schrijvers van de grondwet noemen we 'the founding fathers'. Wie had daarbij de leiding?
Welke uitspraken zijn juist? Kies er twee.
1. De dertien Britse kolonies lagen aan de oostkust van Amerika.
2. Groot-Brittannië was het moederland van de Amerikaanse kolonisten.
3. De Amerikaanse kolonisten waren soldaten die uit het Britse leger waren weggelopen.
4. De dertien Britse kolonies lagen aan de westkust van Amerika.
In 1775 schreef de Amerikaan Thomas Paine:
Wij waren trots op de bescherming door Engeland. We dachten dat Engeland ons uit liefde beschermde. Maar dat was niet zo. Het was Engeland te doen om zijn eigen voordeel. Het beschermde ons niet tegen onze vijanden in ons belang, maar in zijn eigen belang.
1. Deze tekst zegt iets over de oorzaken van de Amerikaanse revolutie
2. Deze tekst zegt iets over de gevolgen van de Amerikaanse revolutie
Wat past goed bij de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring van 1776? Kruis twee dingen aan.
1. vrijheid
2. Verlichting
3. standenstaat
4. thee drinken
Hoe ging het na de onafhankelijkheidsoorlog verder met het bestuur van de dertien staten?
1. Over sommige dingen mochten de staten zelf beslissen, andere zaken werden geregeld door de centrale regering.
2. De staten vormden een los verband die bijna niets samen deden.
3. De staten werden strak geregeerd door een centraal bestuur.
Hoe noemen we de beweging tegen de afschaffing van de slavernij?
Waardoor ontstaat het idee dat alle mensen gelijk zijn?
1. door de standenstaat
2. door de Verlichting
3. door de geestelijkheid en de adel in Europa
Welk land schaft als eerste de slavernij af?
1. Nederland
2. Frankrijk
3. Engeland
4. de VS
In welk jaar schaft Nederland de slavernij af?
1. 1795
2. 1834
3. 1863
4. 1865
Hoe heet het boek van Harriet Beecher Stowe?
1. Uncle Tom's cabin
2. Alleen op de wereld.
3. Abolitionisme
Welke zin is juist?
1. Eerst wordt de handel in slaven afgeschaft en jaren later de slavernij.
2. Eerst wordt de slavernij afgeschaft en jaren later de handel in slaven.
Kruis de 2 juiste zinnen aan
1. De Amerikaanse burgeroorlog gaat tussen de staten uit het noorden tegen de staten uit het zuiden.
2. De Amerikaanse burgeroorlog gaat tussen de staten uit het oosten tegen de nieuwe staten in het westen.
3. De staten in het noorden zijn voor afschaffing van de slavernij.
4. De staten in het zuiden zijn voor afschaffing van de slavernij.
Welke zin is juist?
1. In 1863 bij de afschaffing van de slavernij krijgen de slaven een schadevergoeding.
2. In 1863 bij de afschaffing van de slavernij krijgen de slavenhouders een schadevergoeding.
3. In 1863 bij de afschaffing van de slavernij krijgen de slaven en de slavenhouders een schadevergoeding van de Nederlandse regering.
In welke tijd ontstaat de beweging die slavernij wil afschaffen?
1. In de tijd van monniken en ridders
2. In de tijd van steden en staten
3. In de tijd van regenten en vorsten
4. In de tijd van pruiken en revoluties
Lees deze tekst uit ‘Equiano’s reizen: een autobiografie van een negerslaaf’. Equiano doet verslag van de reis op een slavenschip.
De benauwdheid van het ruim en de hitte van het klimaat, samen met het grote aantal mensen op het schip dat zo vol was dat we ons niet eens om konden draaien, verstikten ons bijna. Dit leidde tot veel transpireren, zodat de lucht al snel ongeschikt werd om in te ademen. Welke conclusie kun je uit de ze tekst trekken?
1. De handelaren doen er alles aan om zoveel mogelijk slaven gezond naar Amerika te brengen
2. De slaven worden met velen tegelijk vervoerd onder slechte omstandigheden.
3. Er worden ongeveer 11 miljoen Afrikanen als slaven naar Amerika gebracht.