3.1 Pruiken en revoluties

Invuloefening


Frankrijk was in de 18e eeuw een standenstaat. In de standenstaat hadden de eerste en tweede stand () voorrechten boven de derde stand (). Binnen de derde stand waren grote verschillen. Sommige boeren en burgers waren , anderen leefden in . In Frankrijk werden burgers rijker door de bloeiende handel en nijverheid. Nederland was in deze tijd geen meer. De hadden de macht. In de 18e eeuw raakte de Nederlandse economie langzaam in verval. Rijke burgers bouwden , bijvoorbeeld aan de Vecht, om de drukte en stank van de stad te ontvluchten. In de tijd van de ontstond het idee dat mensen door de rede () te gebruiken, alles konden verklaren. Verlichte denkers gingen anders denken over . Ze zeiden dat de koning zijn macht niet van God had gekregen, maar van het . Ze wilden , gelijkheid, vrijheid en een rechtsstaat.