Door de komst van machines groeiden werkplaatsen uit tot fabriekshallengeeninwisselbaarorganiserenpersoonlijksocialistenvakbondenvervangenwinstzakelijker met grote aantallen arbeiders. Het werd voor de baas moeilijker om met al zijn arbeiders fabriekshallengeeninwisselbaarorganiserenpersoonlijksocialistenvakbondenvervangenwinstzakelijker contact te onderhouden. De arbeidsverhoudingen werden fabriekshallengeeninwisselbaarorganiserenpersoonlijksocialistenvakbondenvervangenwinstzakelijker. Dat kwam ook door de mechanisatie. Arbeiders die aan de machines werkten hadden geen opleiding nodig. Als ze door ziekte of een ongeval werkloos werden, konden ze zo fabriekshallengeeninwisselbaarorganiserenpersoonlijksocialistenvakbondenvervangenwinstzakelijker worden door anderen. Arbeiders waren voor fabrikanten fabriekshallengeeninwisselbaarorganiserenpersoonlijksocialistenvakbondenvervangenwinstzakelijker geworden. Om fabriekshallengeeninwisselbaarorganiserenpersoonlijksocialistenvakbondenvervangenwinstzakelijker te maken, moesten ze zo weinig mogelijk kosten.
Om sterker te staan gingen arbeiders zich fabriekshallengeeninwisselbaarorganiserenpersoonlijksocialistenvakbondenvervangenwinstzakelijker in fabriekshallengeeninwisselbaarorganiserenpersoonlijksocialistenvakbondenvervangenwinstzakelijker en politieke partijen. Niet alleen de fabriekshallengeeninwisselbaarorganiserenpersoonlijksocialistenvakbondenvervangenwinstzakelijker deden dat, ook katholieke en protestantse arbeiders richtten vakbonden op. Daardoor was de arbeidersbeweging fabriekshallengeeninwisselbaarorganiserenpersoonlijksocialistenvakbondenvervangenwinstzakelijker eenheid.