De New Yorkse koersen hebben de meest pessimistische verwachtingen nog overtroffen. Het werd een ware ruïne en het is eenvoudig verbijsterend, dat Amerika de mond vol heeft gehad over 'constant prosperity'. In New York is een volkomen demoralisatie ingetreden; de excessen van deze koersbeweging overtreffen die van eenige vorige crisis.
(Het Handelsblad, oktober 1929
De tekst hiernboven gaat over het ontstaan van de economische crisis. Lees de tekst en geef dan aan welke 4 omschrijvingen juist zijn.
Wat bedoelen we met sociale zekerheid.
Een systeem waarbij je de zekerheid hebt dat er geen sociale onrust losbreekt.
Een stelsel van sociale wetten die voorkomen dat mensen ooit in diepe armoede terecht komen.
Een plan van de SDAP (sociaal democratische arbeiders partij) om de arbeiders meer zekerheid te bieden
Waarmee begon de economische crisis van de jaren dertig?
Met witte woensdag 24 september 1929
Met het kelderen van de koersen op Wall Street 24 oktober 1929
Met zwarte donderdag 13 oktober 1924
In deze etalage staat op een bord:
'KOOPT NEDERLANDSCH FABRIKAAT'
Waarom maakt deze etalage voor stofzuigers reclame voor Nederlandse producten.
Wanneer iedereen Nederlandse producten koopt dan daalt de werkloosheid
De winkelier mag geen buitenlandse producten verkopen
Nederlandse producten waren in die jaren beter van kwaliteit
Hieronder staan beweringen over de sociale zekerheid rond 1930. Kruis de 4 juiste omschrijvingen aan.
Na 1900 maakt particuliere armenhulp geleidelijk plaats voor openbare armenhulp. Hieronder staan drie sociale wetten en hun jaartallen. Zet de juiste wet bij het juist jaartal.
In 1901 kwam de ongevallenwet, in 1919 de invaliditeitswet en ouderdomswet en in 1930 de ziektewet. Hoe noemen we dit soort wetten?
Arbeiders worden verplicht een klein deel van hun loon af te staan. Worden ze ziek dan kunnen ze een uitkering krijgen volgens welke wet?
de invaliditeitswet van 1919
de ziektewet van 1930
de ongevallenwet van 1901
de armenwet van 1854
Een arbeider uit Warfstermolen
Bij een bejaarde arbeider in Warfstermolen hing een afbeelding van een paard met een ploeg aan de muur. Toen ik hem vroeg hoe hij daar aan kwam, kreeg ik z'n verhaal te horen.
Ik heb meer dan 50 jaar bij dezelfde boer gewerkt, maar niet 50 jaar achterelkaar. Toen ik twaalf was ging ik voor het eerst met mijn vader mee naar de boer. Werken van 's morgens zes tot 's avonds zes voor een rijksdaalder per week. Och wat duurde het lang voor het zes uur was. Toen het werk erop zat ging ik op een holletje naar huis. Mijn vader kwam later thuis en verkocht me een paar stevige meppen. 'Een arbeider gaat nooit hollend naar huis', zei hij, 'dan denkt de boer dat je niet hard genoeg gewerkt hebt'. Ik wou later zelf graag keuterboer worden. Ik werkte altijd hard en had zelf een schaap en later toen ik getrouwd was twee koeien. Die koeien molk mijn vrouw en zelf ging ik 's avonds bermen maaien om aan voer te komen. En toen kwam de crisis.
In de crisistijd kreeg de boer te weinig geld voor z'n gewassen en daarom werd ik ontslagen. Ik kon nergens werk krijgen en ging naar Kollum voor een steunuitkering. Ik moest elke dag twee keer op de fiets naar Kollum. Dat was een afstand van 10 kilometer. Dat ging zo door tot we controle thuis kregen. Je mocht namelijk geen steun ontvangen als je nog iets van waarde in huis had. Dus geen antieke kast, of een koekje bij de thee. Enfin in huis vinden ze niets want zulke dingen hadden we niet. Toen wilden ze in het hok zien en daar stonden onze twee koeien. Ik moest de koeien verkopen en kreeg geen cent steun. Andere arbeiders hadden hun loon altijd opgemaakt en kregen steun. Wij waren extra zuinig geweest en hadden harder gewerkt en kregen niets.
Na de crisis ben ik weer bij dezelfde boer teruggekomen. Toen ik vijftig jaar bij de boer geweest was, vroeg de boer of ik ook een lintje wilde hebben. Dan zou hij dat voor mij aanvragen. Dat hoefde voor mij niet. Een gouden horloge had ik wel leuk gevonden, maar je ziet het is een stukje wandversiering geworden. (Dirk Corporaal)
Dit verhaal vertelde de arbeider in 1980. Hoe betrouwbaar is dit verhaal?
erg betrouwbaar want hij heeft het zelf meegemaakt en direct opgeschreven
dit verhaal is helemaal waar want de man heeft het zelf meegemaakt en zoiets vergeet je nooit meer
waarschijnlijk waar, maar het kan wel enigszins verdraaid zijn
niet waar, de man is gefrustreerd en hij geeft de crisis de schuld
Deze vraag gaat over het bestrijden van de crisis door de regering Colijn. Kruis de 2 juiste omschrijvingen aan.
Welke periode bedoelen we als we het over de crisisjaren hebben?
1925 - 1935
1929 - 1939
1935 - 1945
1920 -1940
In de jaren twintig startte de overheid met werkverschaffing. Wat voor soort werk deden de werklozen. Kruis de 3 juiste antwoorden aan.
Wie hadden recht op een steunuitkering. Kruis de 2 juiste antwoorden aan.
De werklozen die een uitkering kregen moesten vaak twee keer per dag stempelen. Kruis aan welke 3 omschrijvingen juist zijn.
Wat voor soort regering had Nederland tijdens de economische crisis van de jaren dertig?
een regering van socialisten en confessionelen
een regering van confessionelen (protestanten en katholieken)
een regering van socialisten en liberalen
een regering van confessionelen en liberalen
Wat was het Kwartje van Romme?
een spaarsysteem van de bank (bedacht door Romme) waarbij je na een jaar een kwartje rente kreeg
een vrijwillige korting van een kwartje op je uitkering waardoor je later een bon van 50 cent kreeg.
een speciaal kwartje met een gat erin
Je kon in de jaren dertig zo zien dat vader werkloos was. Waar zag je dat aan? Kruis de 3 juiste antwoorden aan.
Wat hield de aanpassingspolitiek in?
er was zo'n armoede onder de werklozen dat de uitkeringen werden aangepast
er waren zoveel uitkeringstrekkers dat de overheid besloot alleen uitkeringen te geven aan wie het echt nodig hadden
de overheid gaf meer uit dan er binnenkwam en daarom werden de lonen en uitkeringen verlaagd
er was een economische wereldcrisis en daar moest iedereen zich maar bij aanpassen
Hoe dachten de liberalen en de confessionelen in Nederland over de aanpak van de crisis in de eerste jaren van de crisis? Kruis de 3 juiste antwoorden aan.
De overheid probeerde steunfraude te voorkomen. Welke omschrijving is onjuist ?
door het openen van een kliklijn
door onverwachte controles bij werklozen thuis waarbij o.a. het aantal tandenborstels geteld werd
door het doorzoeken van huizen om te zien of er bijvoorbeeld nog iets van waarde was wat wel verkocht kon worden
door dagelijks twee keer op wisselende tijdstippen de werklozen naar het gemeentehuis te halen voor een stempel
mensen die op steunfraude betrapt werden moesten naar een werkkamp
mensen die op steunfraude betrapt werden verloren hun uitkering
Werklozen hadden een fietsplaatje met een gat erin. Waarom zat er een gat in? Kruis de 2 juiste antwoorden aan.
De confessionelen behoren tegenwoordig voor het grootste deel tot het CDA. Die partij is in de jaren 60 ontstaan uit drie christelijke partijen. Welke combinaties zijn alle vier juist.
Welke omschrijvingen zijn van toepassing op het Nationale Crisis Comité? Kruis de 2 juiste antwoorden aan.
Door de massale vraag om steun in de crisisjaren besloot de regering tot een aanpassingspolitiek. Welke omschrijving is niet juist?
korting op uitkering
verlaging lonen
verlaging loon werkverschaffing
verlaging van de waarde van de Nederlandse gulden in 1933 om de verkoop naar het buitenland te bevorderen
Hoe dachten de confessionelen na een paar jaar crisis over de aanpak van de crisis?
de economie is ziek en de overheid moet een iets grotere rol in de economie spelen om de crisis te bestrijden
de economie is ziek en de overheid moet een hele grote rol in de economie spelen om de crisis te bestrijden
de economie is ziek en de overheid moet niets doen want dan herstelt de economie zich het snelst
Hoe dachten de socialisten over de aanpak van de economische crisis? Kruis de 4 juiste omschrijving aan.
Hoe noemde de regering het verlagen van lonen en steunuitkering omdat de uitgaven van ons land groter waren dan de inkomsten?
Er werden mensen aan het werk gezet bij de aanleg van bossen, kanalen en de afsluitdijk. Hoe noemen we dit werk?
Fietsers moesten in die tijd rijwielbelasting betalen. Waaraan kon je zien of een fietser dat inderdaad betaald had? Dat kon je zien aan het ........
Een arbeider uit Warfstermolen
Bij een bejaarde arbeider in Warfstermolen hing een afbeelding van een paard met een ploeg aan de muur. Toen ik hem vroeg hoe hij daar aan kwam, kreeg ik z'n verhaal te horen.
Ik heb meer dan 50 jaar op dezelfde boerderij gewerkt, maar niet 50 jaar achterelkaar. Toen ik twaalf was ging ik voor het eerst met mijn vader mee naar de boer. Werken van 's morgens zes tot 's avonds zes voor een rijksdaalder per week. Och wat duurde het lang voor het zes uur was. Toen het werk erop zat ging ik op een holletje naar huis. Mijn vader kwam later thuis en verkocht me een paar stevige meppen. 'Een arbeider gaat nooit hollend naar huis', zei hij, 'dan denkt de boer dat je niet hard genoeg gewerkt hebt'. Ik wou later zelf graag keuterboer worden. Ik werkte altijd hard en had zelf een schaap en later toen ik getrouwd was twee koeien. Die koeien molk mijn vrouw en zelf ging ik 's avonds bermen maaien om aan voer te komen. En toen kwam de crisis.
In de crisistijd kreeg de boer te weinig geld voor z'n gewassen en daarom werd ik ontslagen. Ik kon nergens werk krijgen en ging naar Kollum voor een steunuitkering. Ik moest elke dag twee keer op de fiets naar Kollum. Dat was een afstand van 10 kilometer. Dat ging zo door tot we controle thuis kregen. Je mocht namelijk geen steun ontvangen als je nog iets van waarde in huis had. Dus geen antieke kast, of een koekje bij de thee. Enfin in huis vinden ze niets want zulke dingen hadden we niet. Toen wilden ze in het hok zien en daar stonden onze twee koeien. Ik moest de koeien verkopen en kreeg geen cent steun. Andere arbeiders hadden hun loon altijd opgemaakt en kregen steun. Wij waren extra zuinig geweest en hadden harder gewerkt en kregen niets.
Na de crisis ben ik weer bij dezelfde boer teruggekomen. Toen ik vijftig jaar bij de boer geweest was, vroeg de boer of ik ook een lintje wilde hebben. Dan zou hij dat voor mij aanvragen. Dat hoefde voor mij niet. Een gouden horloge had ik wel leuk gevonden, maar je ziet het is een stukje wandversiering geworden. (tekst D.C.)
Lees het verhaal van de boerenarbeider uit Warfstermolen en kruis aan welke 3 omschrijvingen juist zijn.
De regering in de crisisjaren stond onder leiding van de protestant Colijn. Waar streefde Colijn naar. Kruis de drie juiste antwoorden aan.
Voor 1929 waren er 18.000 werklozen. In 1936 waren er bijna 500.000 werklozen. De Nederlandse bevolking telde toen 8.500.000 inwoners. Zo'n 25% van de bevolking had geen inkomen. Wat deed de regering Colijn? Kruis de 3 juiste antwoorden aan.
Deze mensen moeten twee keer per dag een stempel halen. Wat valt je op?
er zijn maar een paar vrouwen bij
er zijn geen jongeren onder de 21 jaar bij
het zijn mannen en vrouwen die werkloos zijn
ze dringen om zo snel mogelijk een stempel te krijgen
Welke 4 beweringen over Colijn zijn juist.
In welk jaar was de crisis op haar hoogtepunt?
1929
1934
1936
1938
Om voor steun in aanmerking te komen moest een werkloze aan een aantal
voorwaarden voldoen: 1. gezond zijn.
2. niet door eigen schuld werkloos
3. in loondienst hebben gewerkt 4. van onbesproken gedrag zijn.
5. niet jonger dan 21 jaar en niet ouder dan 60 jaar.
6 een man zijn
Geef aan wie van de onderstaande mensen voor steun in aanmerking kwam.
iemand die na een staking ontslag had gekregen
een getrouwde onderwijzeres die ontslag kreeg
een getrouwde man van 20 jaar met een kind
een man van 40 die ontslag kreeg omdat het bedrijf op de fles ging
De president van de Nederlandse bank was tot september 1936 voor het behoud van een harde gulden. Kruis aan welke 3 zinnen juist zijn.
De SDAP kwam in 1935 met het plan van de arbeid. Hoe waren de reacties op dit plan?
de regering vond het een wijs en plan en begon met het uitvoeren ervan
de regering vond het een veel te groot waagstuk en deed niets met het plan
de regering vond het een uitstekend plan maar had er helaas geen geld voor
de regering zag dit als typisch rood geklets om meer stemmen voor de verkiezingen binnen te halen
In de crisisjaren werd maar een aantal keren gestaakt tegen de verlaging van de steun en het loon. Geef aan welk effect deze stakingen hadden. Kruis de 3 juiste antwoorden aan.
De SDAP kwam in 1935 met een eigen plan om de economie er weer boven op te krijgen. Hoe heet dit plan?
In 1934 brak er in Amsterdam na het verlagen van de lonen en de steun een ernstige rel uit. Het leger moest ingrijpen. Er vielen 6 doden en tientallen gewonden. Hoe heet die opstand?
Hierboven zie je een foto van het Jordaanoproer van 1934. Het kwam in de crisisjaren maar een paar keer tot een staking of opstand zoals hier te zien is. Waarom protesteerden de werklozen en arbeiders zo weinig? Kruis de 4 juiste antwoorden aan.
Hoeveel werklozen mannen tussen 21 jaar en 60 jaar waren er in 1936?
100.000
300.000
500.000
800.000
In 1936 gaat de regering Colijn over tot de devaluatie van de Nederlandse gulden en kruis de 3 juiste antwoorden aan.
Het Nationaal Crisis Comité was door een aantal burgers opgericht om de armen te helpen. Wat vonden veel werklozen van die steun van de overheid?
ze vonden de controle thuis niet erg en waren blij met de kleding die ze kregen
ze konden niet zonder de hulp maar vonden de controle vernederend en omdat iedereen dezelfde kleding kreeg droegen ze die met schaamte
ze waren niet blij met de hulp en maakten er geen gebruik van want dan kreeg je controle
De partijen dachten er verschillend over of de overheid zich met de crisis moest bemoeien. Welke 3 beweringen zijn juist
Tijdens demonstraties in het land hoorde of las je deze leuze:
'Het moet, het kan, Op voor het Plan'
Op welk plan sloeg dit?
het plan om de uitgaven en inkomsten aan te passen
het plan van de socialisten in 1935
het plan om het leger in te zetten bij volksoproer
het vlootplan
Er werd in de jaren dertig geld ingezameld voor het Nationaal Crisis Comité. Dit was geld van particulieren. Waarvoor was dat geld bedoeld?
voor dagelijkse uitgaven zoals voedsel
voor extra uitgaven zoals kleding
voor hulp aan het rijk omdat het aantal mensen met een uitkering steeds hoger werd
Wat hoort bijelkaar?
kwartje van Romme - spaarregeling voor werklozen met een gezin Nationaal Crisis Comité - zamelde geld in voor gezinnen van werklozen aanvullende steun - extra steun Plan van de Arbeid - economisch plan van de SDAP tegen de crisis
kwartje van Romme - zamelde geld in voor gezinnen van werklozen Nationaal Crisis Comité - spaarregeling voor werklozen met een gezin aanvullende steun - economisch plan van de SDAP tegen de crisis Plan van de Arbeid - extra steun
kwartje van Romme - extra steun Nationaal Crisis Comité - economisch plan van de SDAP tegen de crisis aanvullende steun - spaarregeling voor werklozen met een gezin Plan van de Arbeid - zamelde geld in voor gezinnen van werklozen
Lees de rede van prinses Juliana uit 1931.
Op 23 november 1931 houdt prinses Juliana haar eerste grote rede. Zij zegt onder meer:
Ons streven is in de eerste plaats naar de individuele behoefte gericht, dus daarheen waar de nood persoonlijk geleden wordt of steun ontbreekt. Wij mogen door de algemene ongunstige omstandigheden allicht geen grote gaven verwachten, maar wij rekenen uit, hoe juist de kleine en de kleinste giften tezamen opgeteld een som zijn die, geconcentreerd in de hand van dit Nationale Comité, een machtig middel is om op het grote terrein van zijn arbeid met hulp gereed te staan.
Kruis aan welke 2 beschrijvingen juist zijn.
Lees de zinnen over het Jordaanoproer en kruis de 2 juiste antwoorden aan.
De Tijd geeft als commentaar, 28 september 1935:
Het Plan kost 600 miljoen, daarvan wil men 200 miljoen lenen van het beleggend publiek. De koopkracht zou hierdoor stijgen. Dit is onzin, een foefje, dat niet opgaat, anders zou het heus wel meer toegepast zijn. Door de lening wordt immers ook weer koopkracht onttrokken.
Over welk plan gaat het hier en wat vindt het blad 'De Tijd' daarvan.
het Plan van de Arbeid en De Tijd vindt het financieel een slecht plan
het vlootplan en De Tijd vindt het financieel slecht
het Plan van de Arbeid en De Tijd heeft dit plan doorgerekend
De SDAP protesteert hier tegen plannen van de regering. Waar zijn ze tegen?
Het congres der Sociaal-Democratische Arbeiders Partij, gehouden te Utrecht op 17 en 18 september 1932; protesteert met verontwaardiging tegen het voornemen van de regeering, blijkende uit de opdracht aan de commissie-Welter, om over te gaan tot een blijvende verlaging van de staatsuitgaven, welk voornemen de bedoeling verraadt om de staatszorg voor het geestelijk en stoffelijk welzijn des volks duurzaam in te krimpen; protesteert niet minder ernstig tegen de opvatting van de commissie-Welter, volgens welke de financiële moeilijkheden van den staat uitsluitend moeten worden overwonnen met bezuinigingen, waarbij geen enkel volksbelang wordt ontzien; verwerpt de gedachte, dat zou mogen worden overgegaan tot vermindering van den steun aan werkloozen, of tot vervanging, geheel of gedeeltelijk, van uitkering, die thans in geld geschiedt, door verstrekking in natura; eischt, dat allereerst zal worden overgegaan tot een zoover mogelijke vermindering van de militaire uitgaven, door nationale ontwapening.
tegen het feit dat de regering plannen maakt om de uitgaven te beperken
tegen verlaging van de uitgaven voor het leger
tegen de aanpassingspolitiek
De Standaard, 1935:
Ongetwijfeld beschikt de SDAP over een aantal knappe en ernstige mensen. Maar hun economisch en financieel inzicht laat telkens weer te wensen over. Zij zien reeds als werkelijkheid, hetgeen zij hopen, dat straks werkelijkheid zal worden. De socialistische theorieën, waarin zij verstrikt werden, verdonkeren maar al te dikwijls de blik op de maatschappelijke feiten.
De Standaard was een protestantse krant. Zij hebben kritiek op de SDAP. Waar hebben ze kritiek op?
het Plan van de Arbeid, dat is volgens De Standaard wish full thinking
de socialisten verdonkeren maatschappelijke feiten
op de SDAP, zij willen niet meewerken aan het Plan van de Arbeid