80 De kinderen van het Hoog

Het is de laatste week van de grote vakantie, maar eigenlijk is het niet echt vakantie meer. De eerste voorbereidingen voor het nieuwe schooljaar moeten weer beginnen, maar dat zit me niet dwars. Ik fiets naar Het Hoog, naar een gezin dat daar in de vakantie is komen wonen. Het fietsen gaat langzaam, want ik zit met het bezoek behoorlijk in m'n maag. Vanmorgen belde de voorzitter van het schoolbestuur, toen was de vakantierust verdwenen.

"Ik heb een vervelend berichtje voor je," zo begon hij, "weet jij wel dat er op Het Hoog nieuwe mensen wonen? Hebben die ook 2 kinderen bij jou op school aangemeld?" "Nee? Nou dan ben ik bang dat ze in Kollumerpomp op school gaan. Zou jij niet even bij die mensen op bezoek kunnen gaan? Misschien kun je ze nog ompraten"  

 

Ik fiets het dorp voorbij en zie, veel te vroeg, Het Hoog liggen. Een eind om fietsen heeft geen nut. Het moet er toch van komen. Als ik het uit ga stellen dan begin ik er steeds langer over te piekeren. Hoe moet ik straks het gesprek beginnen? Waarom kiezen die mensen niet voor mijn school. Twee leerlingen er wel of niet bij is voor een dorpsschool heel belangrijk. Naar de buurschool gaan is bovendien helemaal geen reclame voor mij. Zouden ze kritiek op mijn school hebben? Heeft iemand ze afgeraden om naar onze school te gaan?

Het is natuurlijk ook best mogelijk dat dat fanatieke hoofd van De Pomp in z'n ijver voor zijn school, die mensen snel bezocht heeft en gevraagd heeft of ze de kinderen naar hem willen sturen. Wie weet waar hij ze lekker mee gemaakt heeft. Dat zou een rotstreek zijn. Zoiets druist volstrekt tegen de onderlinge regels in. Wat de afstand betreft is het natuurlijk wel mogelijk en ik zie hem er wel voor aan. De school van De Pomp ligt niet veel verder weg. Maar volgens oud gebruik horen de kinderen van Het Hoog naar onze school te gaan.   

 

Het huis op het Hoog ligt schitterend omringd door een hele rij bomen. Niemand als buurman, minstens honderd en vijftig meter van de weg en een eind buiten het dorp. Je kunt hier leven zoals je wilt. Zouden ze je hier nog wel in de gaten houden?  

 

De eigen weg naar het huis zit vol met gaten. De achterband van m'n fiets is veel te leeg en daarom fiets ik slingerend om de grootste gaten heen. Terwijl ik de laatste bocht naar het huis inzet, spat er ineens een bouvier luid blaffend naar voren. Het hart klopt me in de keel. Niets is erger dan op een vreemd erf te komen, steeds een tevoorschijn komend monster te verwachten en dan ook inderdaad "plotseling" dat geblaf van zo'n kreng te horen. Had ik nu toch maar de auto genomen.  

Gelukkig blijkt de bouvier aan een lang stuk touw te zitten. Ik stap, nog enigszins natrillend, van de fiets, kijk naar de deur en schat dat de deur nog net binnen het bestrijdingsveld van de hond valt. Aanbellen is na deze verwelkoming trouwens volledig overbodig. Ik wacht, met de fiets tussen mij en de hond in, maar de deur gaat niet open. Misschien heb ik geluk en is er niemand thuis, maar dat zal betekenen dat ik hier morgen weer heen moet. Met een grote boog loop ik om de voorkant van het huis heen en zie vanuit de tuin achter het huis een man aankomen.

"Hallo, u bent zeker de nieuwe bewoner? Ik heb al even met de hond kennisgemaakt." We geven elkaar een hand.

"Ik ben het hoofd van de lagere school hier in het dorp. U woont hier schitterend. Komt u ook uit deze buurt?" Ik verwacht via een verkennend praatje bij de kern van m'n bezoek te komen.  

Het wordt een leuk gesprek over werken in de stad en altijd al graag een afgelegen huis met een grote tuin willen hebben. Over selfsupporting leven en het buitenkansje dat dit huis geschikt te koop was. Helaas levert het hele gesprek nog steeds geen enkel aanknopingspunt op over de 2 kinderen die in De Pomp op school gaan. Ik zie en hoor ook helemaal geen kinderen. Zijn die soms met z'n vrouw net even weg?  

"Ik zal u vertellen waar  ik voor gekomen ben", begin ik.

"Wij zijn hier op het dorp van plan een nieuwe school te bouwen en daarom moeten we bij het ministerie in Den Haag een prognose indienen over het aantal leerlingen dat we in de volgende jaren hier op school kunnen verwachten. In die prognose komen alle leerlingen te staan die de laatste jaren geboren zijn en later op onze school zullen komen. Nu heb ik van onze voorzitter gehoord dat u 2 kinderen hebt, die.."

"Twee kinderen?", buldert de man van het lachen, "twee kinderen, hoe komt u er bij." Ik kijk de man verbouwereerd aan.

"Geen kinderen?"

"Welnee, ik heb helemaal geen kinderen."

"Maar in het dorp zeiden ze.."

"Ha, ha, man, volgende maand gaan we pas trouwen. Wat zeiden ze in het dorp?"

"Ze zeiden dat u twee kinderen had en dat die in Kollumerpomp op school zullen gaan," zeg ik behoorlijk opgelucht.

"Hoe komen ze daarbij," zegt hij, "wie verzint zoiets?" We kijken beide in de richting van het dorp. We realiseren ons dat je ook hier niet buiten de dorpscontrole valt. Hoe bedenken ze zoiets? "  

“O, nou begrijp ik het misschien," zegt de man. "Twee weken geleden heb ik het huis even aan m'n broer laten zien," vervolgt hij, "die had z'n beide kinderen even mee”. Hij kijkt naar het dorp en vervolgt: “Dus zoiets zien ze van zo'n grote afstand, dan trekken ze een conclusie en dan sturen ze jou erop af?"

Ik weet niet of ik lachen moet of zuur moet kijken.

"Ik geloof dat m'n bezoek wel heel erg aan de vroege kant is," antwoord ik terwijl ik m'n fiets omdraai. "In ieder geval, al vast een hele prettige trouwdag”.  

De man roept me nog na: "Zeg maar tegen die voorzitter van je dat ik m'n best voor de school zal doen."

 

In vlot tempo fiets ik weer naar huis. Ik kan m'n lachen nauwelijks inhouden. Voor niets heb ik me zorgen gemaakt, alleen maar vanwege een gerucht. Zo gemakkelijk wordt er iets voor waar verteld...  Wat mensen zeggen hoeft helemaal niet waar te zijn. Het kan best op helemaal niets berusten. Misschien bestaat het leven wel voor een deel uit waarheden die op niets blijken te berusten... Dolle Dinsdag en eh...  Nou ja daar wil ik me nu niet druk om maken. Heerlijk nog een week vakantie, een hele volle week vakantie. Grote vakantie, de grootste zegen van het onderwijs.   ±1980

 

 

We hebben 9 gasten en geen leden online

klaarkampscherf.jpg
fluitenterpentijd.jpg