Presentaties maken

Voor de presentaties en voor de tentoonstelling Dantumadeel Toen en Nu maakt elke klas één of meer maquettes over hun onderwerp en een presentatie van 15 tot maximaal 20 minuten. Hieronder lees je per onderwerp tips en ideeën hoe je met jouw klas de presentatie zou kunnen doen.

klas onderwerp presentatie
1a Terpen in Dantumadeel
1b Het klooster Klaarkamp
1c Stinsen en states
1d Middeleeuwse kerken
1e Van Kloosterpad tot Centrale As
1f Van kadasterkaart tot google earth
2a Spitketen
2b Wâldhúske De Westerein
2c Wâldhúske De Valom
2d Wâldhúske De Geast
2e Cichorei

De presentaties worden op het toneel in de aula gehouden. Naast het toneel hangt het beamerscherm. Je kunt dus ook PowerPoint tijdens de presentatie gebruiken. De presentatie wordt opgenomen daarom zal er voor voldoende licht en geluid gezorgd worden. Maak een presentatie over jullie onderwerp: in kleding van die tijd /  een paar stukjes toneel / een spelletjes / of een liedje uit die tijd / of zorg in de PowerPoint voor een stukje video over dat onderwerp / doe een maaltijd uit die tijd na / wat zongen ze / hoe leefden kinderen in die tijd enzovoort. De presentatie duurt ongeveer 15 minuten en maximaal 20 minuten per klas. Het moet dus een vlotte korte afwisselende presentatie worden.  De presentatie wordt op het toneel van de aula gehouden en opgenomen door één of twee camera’s.

De twee winnende klassen (de klas met de beste presentie van klas 1 en de klas met de beste presentatie van klas 2), mogen een dag op stap naar Archeon in Alphen aan de Rijn of Nemo in Amsterdam op kosten van de school.

De presentaties op vrijdag 11 april:       

Klas 1: Voor de pauze. 's Morgens om acht uur naar de lokalen, beginnen, absenten noteren. 8.05 uur met de klas naar de aula. De klas zit bij elkaar in de aula met de docent erbij. Van 8.10 tot 10.20 presentaties.  

8.10 tot 8.50 Klas 1a en klas 1 b. De leerlingen van de klassen vullen na de twee presentaties een beoordelingsformulier in. Ze gaan na deze twee presentaties met hun docent naar hun lokaal en bespreken de presentaties aan de hand van het beoordelingsformulier en bepalen welk cijfer ze als klas geven aan klas 1a en klas 1b.
8.50 - 9.35 Klas 1c en klas 1d. Na deze twee presentaties gaan ze met hun docent naar een lokaal en bepalen welk cijfer ze als klas geven aan klas 1c en klas 1d.
9.35 - 10.20. Klas 1e en 1f. Na deze twee presentaties gaan ze met hun docent naar een lokaal en bepalen welk cijfer ze als klas geven aan klas 1e en klas 1f. De eigen klas geven ze geen punten. Bovendien maakt de klas nu een top vijf. De klas met gemiddeld het hoogste cijfer krijgt 5 punten, de volgende vier enzovoort. De docent verzamelt de punten en schrijft die op het scorebord in de aula. In de pauze is de winaar van klas 1 bekend.
pauze Klas 2:  Na de pauze presentaties op dezelfde manier als bij klas 1. Dus:
10.40 - 11.25 Klas 2a en klas 2b. zie bij klas 1
11.25 - 12.10 Klas 2c en klas 2d.  idem als boven
12.10-12.25 Klas 2f.  Aan het eind van de ochtend is de winnaar van klas 2 bekend.

Bij de beoordeling door de andere klassen wordt op de volgende punten gelet.

  goed matig slecht
Zet bij elk onderdeel één kruisje in één van de vakjes 5 punten 2 punten 0 punten
1. Pakkend begin      
2. De hoofdpunten worden genoemd      
3. Naar de zaal gericht      
4. Duidelijk te volgen      
5. Niet te gehaast      
6. Kleding uit die tijd      
7. Hoe was het toneelspel      
8. Doen ze een beroep op gevoelens      
9. Is het goed verstaanbaar      
10. Enthousiasme      
11. Wordt (bijna alles) uit het hoofd gedaan.      
12. Hoe is de houding      
13. Afwisseling      
14. De PowerPoint      
15. De maquette      
16. Een originele afsluiting      
17. Extra dingen zoals een lied, een spel       
18. Deed de hele klas goed mee      
19. Ziet alles er verzorgd uit      
20. Totale indruk van de presentatie      
       

Tel alle punten op. Je kunt maximaal op 100 punten uitkomen.

Welk cijfer geef je?  cijfer:............

Wat vond je goed?   ...................................................................................................................   

                                ......................................................................................................................

Wat vond je niet goed? .................................................................................................................

                                ......................................................................................................................

Wat zou je anders gedaan hebben en hoe dan?                                                                            

                                .......................................................................................................................

Voor de presentatie van klas 1 probeer je je te kleden zoals een middeleeuwer er bij liep. Hier zie je een paar tekeningen.

Dit is de kleding van een visser en z'n vrouw.

En hier zie je een schets van boeren en boerinnen.

Bestudeer ook de middeleeuwse kleding op dit schilderij van Breughel (de jongere).

Voor de presentatie van klas 2 kun je voor de kleding in het boek kijken of op het internet.