Toen en nu
8.2 Wâldhúske De Valom, gebouwd in ongeveer 1875
Het Buitenveld getekend door Ids Wiersma
Het Buitenveld foto 2007
De Valomstervaart, tekening Ids Wiersma
Wâldhúske De Valom, sûkerei museum okt. 2007
Bij de Valomstervaart ligt een prachtig natuurgebied. Vroeger was dit natuurgebied nog veel groter. Op de kaart van 1718 zie je een gebied van 350 ha zonder wegen. Tot aan 1930 kon je daar alleen met de boot komen. Verder zie je meren zoals de Houtwielen.
In de dertiger jaren van de vorige eeuw, toen de werkloosheid erg groot was, heeft de gemeente dit gebied bewerkt om te wonen. Zo werden de werklozen aan het werk gezet. Er kwamen wegen, sloten, weilanden en het gebied werd beter bemaald.
J. Botke, de schrijver van het boek “De grijtenij Dantumadiel” schrijft hierover:
“Wat hat men makke fan dit fûgel- en planteparadys! Sjucht men net, hoe’t de stêden al mar greater wurde en hjert men net, hoe’t dy roppe om natuermoaiens om harren hinne? En sil men earst it moaie ferniele, om it letter wer op to bouwen, as dit mooglik wier? Litte wy dôchs net te gau de skeinende hân slaan oan it moaie om ús hinne. - Litte al te gystene, wurkforskaffers en autoriteiten, dy't hjir mei te meitsjen hawwe, dit dôchs ris betinke. In Amerikaan, dy't ris spriek oer sok natuerfandalisme yn syn lân, utere him yn dizze wurden: 0, wy wurde read om 'e holle fen skamte, as wy dêr oan tinke. En moatte de meidoggers en de útfiners fen sok wurk as hjir yn it Bûtenfjild dien is, ek net read fen skamte wurde, as ien kear it besef by harren opkomt, hoefolle ynmoaie natuer dêr foargoed, tink er om, foargoed! útroege is? Det dit alles bart, komt omdet it herte fen in protte minsken noch sletten is foar de wûnders om harren hinne. - Wurkferskaffing ! En dêrmei is alles ferdige. Soe men ek foar wurkferskaffing de Rembrandts yn stikjes knippe litte ef âlde keunstwurken ôfbrekke? En is it wol wurkferskaffing? Freegje dat ris oan 'e fiskerslju, dy't hjir in bistean founen.” |
Wie nu rondloopt in het natuurgebied, begrijpt wel een beetje waarom Botke zo boos was. Het is een prachtig vogel-, vis- en plantenparadijs.
Momenteel herstellen de provincie en de gemeente de fouten die in het verleden gemaakt zijn. Weilanden worden opgekocht en het Buitenveld wordt weer net zoals vroeger een prachtig natuurgebied.
Zo ziet het stuk ten noorden van Veenwouden er uit.
En zo het stuk ten westen van Veenwouden.
In het wâldhúske uit De Valom wordt het leven van de vissers die hier woonden en werkten uitgebeeld. De kennis over de natuur en de kunst om op het juiste moment paling en snoekbaars te vangen werd hier van vader op zoon doorgegeven. Bij het knapperend vuur van de kachel herstelden ze de netten en vertelden ze over mooie nachten op het water.
Fuiken plaatsen bij De Geast. Foto Tresoar.
Hoe ze op een nacht dat de “iel rint” (de tijd dat de paling naar zee trekt) met ‘peuren’ honderden palingen in een paar uur vangen. Daarvoor maken de vissers van een wollen draad van ongeveer twee meter een peur, een instrument om vissen mee te vangen. Aan die draad rijgen ze lange dikke wormen. De wormen rapen ze ’s nachts als het gras nat van de dauw is en de wormen boven de grond komen. Ze kunnen alleen dikke lange wormen gebruiken, want de wormen moeten in de lengte met een lange naald aan het garen geregen worden. Wanneer ze zo een lange draad hebben gekregen, dan winden ze die om de hand. Je hebt dan een trosje wormen. Aan dit trosje bevestigen ze een draad. Een stukje lood verzwaart het trosje. Met een stok van een paar meter lang laten ze de draad op de bodem zakken. Hier bewegen ze de klos zachtjes op en neer en dan maar wachten tot ze iets voelen. Wanneer de paling de wormen ziet, hapt hij toe en trekt de wormen naar achteren. Dat is het moment waarop de visser wacht, hij heeft beet!
De visser trekt de hengel steeds sneller naar zich toe. De paling wordt meegetrokken en laat zich boven het water vallen. Soms valt hij in, maar vaak ook voor de boot. Daarom heeft de visser daar een drijfnetje liggen, bijvoorbeeld een fietsband met een net erin. ‘Peuren’ levert niet altijd een grote vangst op. Alleen bekwame vissers kunnen zo een grote hoeveelheid paling vangen.
Foppe Tinte getekend door Ids Wiersma
Ook met netten worden palingen, snoekbaars bleien en andere vissen gevangen. De gevangen vis wordt in een bak met allemaal gaatjes, die in het water ligt, bewaard. Is er genoeg gevangen, dan wordt de paling door de visser gerookt. Dit roken is ook weer een vak op zich dat van vader op zoon wordt doorgegeven.
Nog een tekening van de Foppe Tinte, getekend door Ids Wiersma uit 1906.
In het Buitenveld zie je nu geen vissers en stropers meer. Peuren is verboden. De kennis die van vader op zoon werd doorgegeven dreigt te verdwijnen. In wâldhúske De Valom in het cichoreimuseum wordt daarom geprobeerd om zoveel mogelijk van die tijd en van dat leven te bewaren. Hier waan je je weer even terug in de tijd dat het gebied bij De Valom één groot natuurgebied was en de mensen dicht bij de natuur leefden.
Tjasker in het Buitenveld bij De Valom
Tekst en foto's: Dirk Corporaal, 2007